�������������������������� WIM VOERMANS HOME PAGE |
|
|
�
|
|
|
Mijn archief. Zie enkele recente verhalen
(hieronder) en de grijze knoppen stukjes en krantenstukken (links). Ik heb het van horen zeggen. Ik was er dus
niet bij�Dat we dat even duidelijk hebben: ik had er part nog deel aan en je
hebt het niet van mij. Krities, je moest krities zijn. Maar dat viel nog
helemaal niet mee, want er was al zoveel veranderd in 1980, al zoveel
bereikt. En het leven, althans mijn leven, was helemaal niet slecht. Buiten
woedde een economische crisis zoals we in Nederland sinds de jaren dertig
niet meer hadden gekend, maar ik merkte er niks van. �. (lees verder) � Verlangen in �s Gravenmoer (2012) Als je Heraclitus mag geloven � en wie zou
dat niet doen � is het niet goed voor je om alles te krijgen wat je begeert.
Er moet iets blijven om naar te verlangen. Dat zal allemaal best, maar aan de
andere kant wat weet zo�n antieke Griekse filosoof van 540 voor Christus er
nou helemaal van? Een makkelijk commentaar voor een vent die met een gouden
lepel in zijn mond is geboren en ver voor onze tijd waarin
behoeftebevrediging de brandstof voor vooruitgang is. En duidelijk ook
nooit� in �s Gravenmoer geweest, die
Heraclidinges. Anders had hij wel anders gepiept�. (lees verder) Ik moet er een hebben, want ik heb er een
soort attest voor gekregen: een geweten. In 1986 werd ik erkend als
gewetensbezwaarde in een brief met een aardappelstempel van het Ministerie
van Defensie. Vervolgens anderhalf jaar gewetensbelasting betaald in de vorm
van ongewapende dienstplicht. Allemaal mooi, maar had ik mijn mond gehouden
over dat opspelende geweten�(lees
verder) Mijn oma kon in een keer een appeltje schillen.
In ��n keer kwam de schil er in een lange krullende spiraal af. Nooit brak de
schillenslinger, nooit hoefde ze een keer extra op de appel aan te zetten.
��n regelmatige, vloeiende beweging. Was ze klaar dan sneed ze de appel � van
de boom in de tuin - in kleine partjes en bood iedereen een stukje aan op de
rand van het mes. Het grootste gedeelte van het klokhuis bleef er in zitten. (lees verder�) Kijk,
we mankeren allemaal wel wat. De een dit, de ander dat. Het verschil zit �m
er vaak alleen maar in hoe je er mee om gaat. Wat voor de een een kleinigheid
is, is voor de ander een onoverkomelijke kwelling. En andersom weet
bijvoorbeeld zo iemand Patty Brard zich gemakkelijk over haar beperkingen
heen te zetten, terwijl een ander met zo�n aandoening denkelijk de hand aan
zichzelf zou slaan. Bij mij dan dus dat dialect. (Lees verder�) Waaiweer, alleen met mijn gedachten. Op zulke
momenten komt hij wel eens langs drijven: Rocky Butz. Kijk, alle mensen zijn
dan misschien verschillend, maar er zijn er maar een paar echt anders. Bertus
van Helvoirt, bijvoorbeeld. Wie? Precies: Rocky Butz. (Lees meer�) Het moest er dan maar eens van komen. Het verhaal over
Lieske. Geen Elise, Betje of Lies, maar Lieske, volgens het nooit vleiende
bijnamenregister. In het beste geval spottend uitgesproken, maar meestal in
de sleutel van denigrerend, afkeurend gesis. Lieske.
(Lees meer�) Van sommige
mensen begrijp je niet wat ze in elkaar zien, waarom ze van elkaar houden. En
misschien doen of deden ze dat ook wel helemaal niet. Zoals Jan en Trien.
Luister. Het was aardedonker wanneer ik er naar toe reed in de winter. Een
uur of zeven in de ochtend. �Melk halen.� Dat was mijn taak. Een dubbeltje in
de zak van mijn jas en een grote vertinde ijzeren vierliter kan van aan mijn
stuur. Moeilijk om je evenwicht te bewaren, want mijn fiets was, net als ik,
klein. En geen licht er op natuurlijk. Je zag in de winterochtend geen hand
voor ogen op dat uur. Op dat kleine wakkerende lichtje na. Dat wakkerende
lichtje van de olielamp uit de bijkeuken van Jan en Trien driehonderd meter
verderop. Tegenzin, wat zeg ik weerzin, en koud. Echt koud. Januari 1968. (Lees meer�) Je kunt het natuurlijk ook te gek maken, met je
engagement. Dat deed Van Gruis. Die ene dinsdagmiddag in november � grijs en
treurig weer buiten, schemerdonker al om drie uur �s middags � was het zoals
zo vaak weer eens raak. (Lees meer�)� Had je alles van te voren geweten, dan had je er veel meer van kunnen
maken, meer mee kunnen doen, niet? Maar ja, hoe kan je nu iets van te voren
weten?� 29 oktober 1981. Fabi�nne� � die kennen we via Goos � werkt nog maar
net bij het uitzendbureau. Ze heeft beloofd ons snel en bij voorrang� te bellen. Eigenlijk is het geen echt
uitzendbureau. Meer een koppelbaas. Doet er niet toe, we nemen alles aan. Als
het maar niet te lang duurt en als het maar veel opbrengt. Ze belt, maar al
om 10 uur en dan zijn we natuurlijk nog niet wakker. Met stift is er op Hans
zijn deur geschreven: Fabi�nne terugbellen 45140. (Lees verder�) Met een noodgang passeerde hij ons erf op zijn fiets,
ging in het voorbijgaan snel met een voet op het zadel van zijn fiets staan,
en zwaaide, twee handen aan het stuur een been naar achteren. Zo hard als hij
kon riep ie dan: �Koekoek!! Koekoek!! Dat was het handelsmerk van Toontje de
Vullik. Een zwerver met een rode neus van de drank en een gekke gedeukte pet
op zijn hoofd. Swiebertje, maar dan een zonder tanden, zwarte vegen in zijn
gezicht en een verstikkende lichaamstank. (Lees verder�) Een moment van totaal esthetisch geluk. Hoe vaak maak je
dat nou mee? Eerst was er al die fiets geweest. Die lag daar gewoon midden op
Bisschop Zwijssenstraat om 4:45 u. in de ochtend. Verlaten, verloren. Het
achterwiel draaide nog. Helemaal alleen op wat overdag een drukke doorgaande
weg is. Nu uitgestorven en stil. Op het ratelen van dat draaiende wiel na,
verstrooid in merelzang. Geen mens in de buurt. De rest was al een beetje
vooruit gefietst. Vrolijke stemmen die tegen het plafond van het nog koude
uur blauw weerkaatsten. Het uur waarin de nog onzichtbare zon over de randen
van de horizon likt en de hemelkoepel in waasazuur oplicht. Ligt daar ineens
die fiets. Houd je toch ook geen rekening mee. (Lees verder�) Heb je toch
ook wel eens? Dat je even denkt hoe het allemaal anders had kunnen
lopen?� Niet van dat nostalgische
gemijmer of gesnotter over gemiste kansen, nee gewoon de gang der dingen.
Over de minuten, seconden, momentjes die � zonder dat je van enige keuze
bewust was � bepalend zijn geweest voor de loop van je leven. Gebeurtenissen
waaruit een logische reeks van gevolgen voortvloeide, waaruit een
onomkeerbaar consequentieel pad zich ont�rolde. Wat als� (�)�
het op de ochtend van die 22ste mei 1981 anders was
gelopen? (Lees meer�) De Tweede
wereldoorlog klopte overal aan in Nederland, maar kwam niet overal binnen.
Voor mijn vader, zo�n jaar of acht in 1944, vloog die vooral over. Engelse
vliegtuigen die de spoorlijn tussen Breda, Roosendaal en Antwerpen beschoten
en bombardeerden. Samen met zijn twee jaar jongere broer Toon klom hij �s
nachts op het gewelfde dak van de boerderij aan de Lage Donk om er het
spektakelvuurwerk te bekijken�� (Lees verder�) Waarom doen
mensen gekke dingen in groepen? Geen idee eigenlijk, maar we doen het. Het
beest in ons wordt vooral wakker in de kudde. In een onschuldige vorm tijdens
carnaval of in het Heineken huis bij de Olympische spelen, wat grauwer op of
rondom tribunes bij voetbalwedstrijden, of na de eerste charge in een
demonstratie. In een mensenmassa wil je niet achterblijven, word je
opgezweept. Zonder schaamte meestal. Want een club legitimeert je daden. (Lees meer�) �
Le Bistro (zonder t) (2009) �Een geintje.
Zaterdagavond. De zaak zit als gewoonlijk helemaal vol. Er hangt zelfs een
lange stoet van wachters aan de bar. Lui die azen op tafeltjes waarvan wij
hebben gelogen dat die hooguit binnen een kwartier vrij zullen komen.
Onderwijl schenkt Peter � de eigenaar � zichzelf het zoveelste biertje in.
Jupiler uit bruine flesjes met een goudgerande kraag. Een beetje exotisch in
1981, zoals alles in Le Bistro exotisch is.��.. (Lees verder�) �
Vechten! (2008) Ze waren snel, ze waren sterk en ook nog eens met
zijn twee�n, de mannen van Ruysenaers. Maar ze waren niet alleen. Er waren er
meer zoals zij. En die kwamen allemaal bij elkaar in de Katerstraat in
Zundert.� Dat ze zouden vechten stond
vast, maar nog niet altijd met wie of waar. Die van Ruysenaers waren er
altijd op uit, elk weekend en als het zo uitkwam, ook door de week�� (Lees meer�) �
Kippen laden (oktober 2008) �Als fladderende vleermuizen vielen ze uit het
aardedonker op ons erf, met niet meer aankondiging dan het muggejanken van
hun opgevoerde Kreidlers en Z�ndapps dat je kilometers ver door de stille
nacht aan kon horen komen. De kippenvangers.�� (Lees verder�) Ik weet niet precies waar ze 'm
vandaan hebben gehaald. Maar ineens was die er, de Volkswagen Kever. Onze
allereerste auto. Mijn ouders schaften hem aan in 1964. Tot dan reden ze een
Sparta brommer. (Lees verder�) |
� �� |
|
|
|
|